Bibliografie van boeken en artikelen in het Nederlands
over geschiedenis van de wiskunde tot ca. 1900.
Deze bibliografie is bijgehouden tot 2006. Links zijn wel gecontroleerd in 2010.
In 2022 wordt gewerkt aan een vernieuwde en geupdate versie door een groep mensen van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren.
Als de nieuwe lijst online staat zal deze pagina verdwijnen en vervangen worden door een link.
-
- Algemeen: boeken
- Algemeen: artikelen
- Diverse onderwerpen
- Oudheid
- Middeleeuwen
- Renaissance
- 17e eeuw
- 18e eeuw
- 19e eeuw
- Bi(bli)ografieën van auteurs
- GW en onderwijs
- Curiosa
- Romans in verband met geschiedenis van de wiskunde voor 1900.
Inleiding
Deze bibliografie heeft als doel de Nederlandse literatuur
over geschiedenis van de wiskunde toegankelijk te maken voor
alle belangstellende lezers. (Nog?) niet opgenomen zijn: publicaties over
geschiedenis van de wiskunde na 1900, publicaties door auteurs
voor ca. 1860, publicaties over geschiedenis van
de natuurwetenschappen (voorzover niet direkt met
wiskunde te maken), en de meeste publicaties van 1 of 2 pagina's. Op dit moment
is de bibliografie nog in opbouw, en daardoor verre
van volledig. Aanvullingen en suggesties
worden graag ingewacht per email: J.P.Hogendijk_at_uu.nl.
Over veel onderwerpen uit de geschiedenis van de wiskunde
is in het Nederlands geschreven. Om een goede indruk van het vak
te krijgen is het echter nodig, ook publicaties in het Engels (en eventueel
Frans en Duits) te bestuderen. De meeste wetenschappelijke publicaties
op het vakgebied verschijnen in deze talen.
Opname van een publicatie in deze bibliografie houdt geen oordeel
in over de inhoud van de publicatie.
Voor informatie over de huidige beoefening van de geschiedenis van de
wiskunde in Nederland, en voor allerlei interessante
links, zie de internet-pagina van het
Landelijk Werkcontact Geschiedenis en Maatschappelijke
Functie van de Wiskunde.
- E.J. Dijksterhuis, Vreemde woorden in de wiskunde, Groningen: Noordhoff, 1939.
(veel historische gegevens), tweede herziene druk
(samen met W. van der Wielen), Groningen: Noordhoff, 1948, 100 pp.
- Eduard Glas, Wiskunde en samenleving in historisch perspectief,
Muiderberg: Coutinho, 1981, 180 pp.
- A.W. Grootendorst, Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde, Delft:
Delftse Uitgevers Maatschappij, 1988, 157 pp.
- Georges Ifrah, De wereld van het getal, Katwijk:Servire 1988
(vertaald uit het Frans), 359 pp.
- Anton Nijholt en Jan van der Ende, Geschiedenis van de
rekenkunst, van kerfstok tot computer, Schoonhoven: Academic Service,
1994, 420 pp.
- Albert van der Schoot, De ontstelling van Pythagoras,
Kampen: Kok Agora, 1998, ISBN 90-391-07548 (geschiedenis van de gulden snede).
- D.J. Struik, Geschiedenis van de wiskunde, Amsterdam: SUA, 1977,
256 pp. plus index.
- Hk. de Vries, Historische Studiën, Groningen: Noordhoff,
deel 1: 1926, 192 pp.; deel 2: 1934,
deel 3: 1940, 261 pp. (herdruk van artikelen, deze zijn ook apart in deze bibliografie
opgenomen).
- J. Versluys, Beknopte geschiedenis der wiskunde, Amsterdam: A. Versluys, 1902,
208 pp.
- P.G.J. Vredenduin, De geschiedenis van positief en negatief,
Groningen: Noordhoff, 1991, 131 pp. (Zie hierover: Jan van Maanen,
Vredenduin over positief en negatief, Euclides 68 (1992-3),
pp. 114-117.
- F. Beukers, Pi: De geschiedenis van de wiskunde en het getal pi.
Utrecht: Epsilon-Uitgaven, 2000; Zebra-reeks no. 6.
- H.J.M. Bos, Vanuit herkenning en verbazing, Euclides 63 (1987) pp. 65-76.
(inaugurele rede).
- H.J.M. Bos, Elementen van de wiskunde - ze zijn niet meer wat ze vroeger
waren, Nieuw Archief voor Wiskunde (4) 1 (1983), pp. 101-132.
- H.J.M. Bos, Wiskunde en maatschappij - een discussie in de leraarskamer, met
historische episodes, Euclides 65 (1990), pp. 255-267.
- H.J.M. Bos, Mathematisering en maatschappij, of: Hoe loopt een
succes-story af? Euclides 52 (1976-7), pp. 82-91.
- E.J. Dijksterhuis, Clio's Stiefkind, een keuze uit zijn werk door K. van
Berkel, Amsterdam: Bert Bakker, 1990.
- J. van Maanen, De beoefening van de geschiedenis van de wiskunde in Nederland:
terugblik (1963-1988) en vooruitzicht. Tijdschrift voor de Geschiedenis der
geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 12 (1989), pp. 25-38.
- C.H. van Os, Uit de geschiedenis der wiskunde, = hoofdstuk 1 (pp. 1-21) van
L. Kuipers, R. Timman (ed.), Handboek der Wiskunde, Amsterdam:
Scheltema en Holkema N.V., 1963.
- E.W. Beth, De wijsbegeerte der wiskunde van Parmenides tot Bolzano,
Antwerpen: Standaard-Boekhandel, 1944.
- E.W. Beth, Wijsbegeerte der wiskunde, Euclides 17 (1940), pp. 141-158.
- E.W. Beth, Geschiedenis der logica, Den Haag: Servire, 1944, 96 pp.
- G. ten Doesschate, De schildersperspectief, Euclides 36 (1960-1), pp.33-50.
- E.J. Dijksterhuis, De mechanisering van het wereldbeeld,
Amsterdam: Meulenhoff, 1950; zesde druk, Amsterdam: Meulenhoff, 1988.
- E.J. Dijksterhuis, Ad quanta intelligenda condita, herdrukt in: E.J. Dijsterhuis, Clio's stiefkind,
Amsterdam: Bert Bakker, 1990, pp. 109-126. (inaugurele rede, 1955, wetenschapsfilosofisch getint)
- G.H.A. Grosheide, Het optreden van coördinaten in de meetkunde,
Euclides 21 (1945-6), pp. 111-129.
- J. Haantjes, Over enige grondbegrippen uit de meetkunde,
Euclides 23 (1947-8), pp. 258-270 (punt, rechte).
- J. Haantjes, De zekerheid der meetkunde, Euclides 21 (1945-6),
pp. 97-110.
- E. de Hairs, Geschiedschrijvers der wiskunde,
Euclides 4, 229-236 (o.a. Ramus).
- S.F. Klijnsma, Biographisch Woordenboek. Levensberigten
van vermaarde Wis-, Natuur- en Sterrenkundigen van alle
tijden en volkeren. Amsterdam 1861.
- Jan van Maanen, Problemsn van Pascal tot Poisson,
in: Vakantiecursus 1997: Rekenen op het Toeval, Amsterdam: CWI syllabus 43, pp.
103-114.
- g.J.C. Nipper, 18 eeuwen meten en wegen in de Lage Landen,
Zutphen: Walburg Pers, 2004, isbn 90 5730 280 2, recensie door Danny Beckers
in:
Euclides 80 (januari 2005), pp. 244-245.
- Otto van Poelje, Simon van der Salm,
Rekeninstrumenten in maatschappij en school, Euclides 80 (januari 2005),
pp. 172-178.
- J. Popken, Over het getal pi, Euclides 18 (1941-2), pp. 7-14.
- J. Popken, Over de onmeetbaarheid van pi, Euclides 17 (1940-1), pp. 217-227.
- J. Popken, De ontwikkeling van het getalbegrip, Euclides 16 (1940-1),
pp. 225-239.
- H.C. Pouls, De Landmeter. Inleiding in de Geschiedenis van de
Nederlandse Landmeetkunde. Alphen aan de Rijn 1997.
- Sander de Putter. Made in China, Pythagoras 38 no. 3
(feb. 1999), pp. 32-34.
- Sander de Putter, Japanse tempelwiskunde, Pythagoras 38 no. 5
(juni 1999), pp. 14-17.
- D.J.E. Schrek, De wiskunde in aphorismen en citaten, Euclides 32 (1956-7),
pp. 86-92.
- Ida Stamhuis, Statistiek: van woorden naar waarden. In: Vakantiecursus 1997:
Rekenen op het Toeval, Amsterdam, CWI syllabus 43, pp. 1-22.l
- P.S. Teeling, Oud-Nederlandse Landmeters VI: Opleidingsmogelijkheden voor landmeters in de 16e-18e eeuw, Orgaan der Vereniging van Technische
Ambtenaren van het Kadaster 8 91950), pp. 2-11.
- P.S. Teeling, Repertorium van Oud-Nederlandse Landmeters, 14e tot 18e eeuw, Apeldoorn 1981.
- J.H. van der Vlis, Geschiedenis van kansrekening en statistiek,
Rijswijk: Pandata, 1989
- P.G.J. Vredenduin, Grepen uit de geschiedenis van het negatieve getal,
Euclides 61 (1985-6), pp. 331-337.
- P.G.J. Vredenduin, Historische ontwikkeling van het begrip
natuurlijk getal, Wiskunde en Onderwijs 10 (1984), pp. 17-39.
- B.L. van der Waerden, Over de ruimte, Euclides 26 (1950-1),
pp. 207-219 (inaugurele rede met citaten)
- P. J.van Winter,Hoger beroepsonderwijs avant-la-lettre, bemoeiingen met
de vorming van landmeters en ingenieurs bij de Nederlandse universiteiten
in de 17e en 18e eeuw, Amsterdam 1988.
- Desiree Agterberg en Mariëlle van Mierlo,
"Zover het oog reikt." Landmeetkunde bij de
Romeinen. AO (Actuele Onderwerpen) no. 2649, 10 juli 1998.
- Danny Beckers en Ed de Moor, Van abacus tot gevelsteen. Rekenen op z'n Romeins, Willem Bartjens 18 nr. 4
(maart 1999).
- M.G. Beumer, Archimedes en de trisectie van de hoek. Nieuw Tijdschrift voor
Wiskunde 33 (1945-6), p. 281-287.
- M.G. Beumer, Het theorema van Pythagoras, Euclides 22 (1946-7), pp. 255-263.
- H.J.M. Bos, Over de rekenkunde bij de Romeinen, De Gids 147 (1984), pp. 639-640 [speciaal nummer ``Het pak
van Sjaalman'']
- E.M. Bruins, Voorgriekse en Griekse meetkunde. Euclides 33 (1958), pp. 264-284.
- E.M. Bruins, De algebra der oudheid en der middeleeuwen,
Euclides 34 (1958-9), pp. 131-159.
- E.M. Bruins. Fontes Matheseos. Hoofdpunten van het prae-griekse en
griekse wiskundig denken. Leiden: Brill, 1953, xii + 168 pp.
- E.M. Bruins, Vierkantswortels en derdemachtswortels, Nieuw Tijdschrift
voor Wiskunde 40 (1952), pp. 145-152.
- E.M. Bruins, Over de benadering van pi/4 in de Aegyptische meetkunde,
Indagationes Mathematicae 7 (1945), pp. 11-15, = Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen, Proceedings 46-48 (1945), pp. 206-210.
- H. Freudenthal, Hoe hebben de ouden gerekend? Euclides 24 (1949), pp. 12-34.
Antwoord hierop van E.M. Bruins in Euclides 24 (1949), pp. 169-185.
- L.N.H. Bunt. Van Ahmes tot Euclides. Hoofdstukken uit de
geschiedenis van de wiskunde. Groningen 1954, viii + 183 pp. (derde druk 1963).
- Jan van de Craats, Babylonisch rekenen,
Euclides 80 (januari 2005), 234-237.
- Ch. M. van Deventer, Plato's bekendheid met irrationeele verhoudingen,
Euclides 4 (1927-8), pp. 242-244.
- Ch. M. van Deventer, Een foutieve natuurwet, Euclides 5 (1928-9), pp. 177-192
(verhoudingen - harmonieleer)
- Ch. M. van Deventer, Paul Tannery over Euclides' Sectio Canonis,
Euclides 6 (1929-30), pp. 170-184
- Ch. M. van Deventer, Een oude wiskundige natuurwet in de oudheid zelve verworpen,
Euclides 6 (1929-30), pp. 49-64.
- E.J. Dijksterhuis, De Elementen van Euclides, Groningen: Noordhoff,
1929-30, 2 delen, Historische Bibliotheek der exacte wetenschappen deel 1, 3.
- E.J. Dijksterhuis, Archimedes (deel 1). Groningen: Noordhoff, 1938.
Historische Bibliotheek voor de Exacte Wetenschappen deel 6, 213 pp.
Dit boek is ook verschenen als artikelen: Hoofdstukken 1-3 in
Euclides 11 (1934-5), pp. 161-210, Euclides 12 (1935-36), pp. 19-55, 133-166, 235-246;
hoofdstuk 4 in Euclides 13 (1936-7), pp. 80-127; Hoofdstuk 5 in Euclides 14
(1937-8), pp. 40-71.
(Het vervolg, deel 2, is in het Nederlands nooit als boek verschenen, wel als artikelen:
a. Cirkelmeting, conoïden en sphaeroïden in Euclides 15 (1938-9), pp. 96-135,
spiralen in Euclides 15 (1938-9), 248-269; evenwichten, zwaartepunten in
Euclides 16 (1939-40), pp. 104-132, methode der mechanische theoremata
in Euclides 17 (1940-41), pp. 8-40, evenwichten van vlakke figuren, zandrekenaar in
Euclides 17 (1940-41), pp. 239-265, drijvende lichamen, lemmata in Euclides
20 (1943-44), pp. 31-74. Deel 1 en al deze hoofdstukken zijn wel in het Engels
uitgekomen: E.J. Dijksterhuis, Archimedes, Copenhagen: Munksgaard, 1956,
herdruk Princeton: Princeton University Press 1987.
- E.J. Dijksterhuis, De zeef van Eratosthenes, Euclides 10 (1933-4), pp. 100-106.
- E.J.Dijksterhuis, De mathematische Papyrus uit het staatsmuseum voor schone
kunsten te Moskow. Euclides 7 (1930-1), pp. 140-147.
- E.J. Dijksterhuis, Drie problemen uit de Aegyptische wiskunde,
Euclides 8 (1932), pp. 49-74.
- E.J.Dijksterhuis, Het getal in de Grieksche wiskunde, Euclides 7 (1930-1), pp. 97-112.
- E.J. Dijksterhuis, Griekse wiskunde, Euclides 4 (1927-8), pp. 134-174.
- E.J. Dijksterhuis, De grenzen der Griekse wiskunde, herdrukt in:
E.J. Dijksterhuis, Clio's stiefkind, Amsterdam: Bert Bakker, 1996, pp. 51-66.
- E.J. Dijksterhuis, Prae-Helleensche wiskunde, De Gids 99 (1935) II, 209-230, 337-349; III: 41-58.
- E.J. Dijksterhuis, De oudere phasen der Grieksche wiskunde, De Gids 100 (1936),
III, pp. 153-179.
- E.J. Dijksterhuis, Proklos' commentaar op Euclides I vertaald, Euclides
25 (1949-50), pp. 43-54.
- H. Freudenthal, 5000 jaren internationale wetenschap, Euclides
22 (1946-7), pp. 222-241. (inaugurele rede)
- Luc Gheysens, Formule en algoritme van Heron,
Wiskunde en Onderwijs 21 (1995), 440-445.
- A.W. Grootendorst, De omgang met getallen in de oudheid, in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 29-48.
- A.W. Grootendorst, Over de geometrische algebra van de Grieken en de oorsprong
van de woorden parabool, ellips en hyperbool, in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 49-64.
- A.W. Grootendorst, De meetkundige algebra bij Euclides, in: Syllabus Vacantiecursus 1991, Amsterdam (1991), pp. 1-26 [CWI
Syllabus 28].
- A.W. Grootendorst, Eudoxus en Dedekind, in: Syllabus Vakantiecursus CWI 1993: Het Reële getal, Amsterdam
(1993), pp. 1-21.
- A.W. Grootendorst, De Meetkundige Algebra bij Euclides en de oorsprong van de termen parabool, hyperbool en
ellips, en: Eudoxus en Euclides, in: A.W. Grootendorst en A.J. van Zanten (red.), Caleidoscoop van de Wiskunde, Delft: DUM (1995),
pp. 37-64, 65-86.
- A.W. Grootendorst, De geest van de Griekse wiskunde, Rotterdam (1997) [syllabus collegecyclus HOVO, Erasmus
Univ. R'dam]
- Ko van Harn, Romeinse cijfers, De Buitenkant (2005), 72 pp. ISBN 9076452857
- J.L. Heiberg, De ontwikkelingsgang der wiskunde in de Vde eeuw voor Chr.
Euclides 6 (1929-30), pp. 87-98.
- J.P. Hogendijk, Babylonische astronomie: een vergeten hoofdstuk uit de geschiedenis van de wiskunde. In: F. van der Blij e.a. (ed.) Kaleidoscoop van de wiskunde 1. Utrecht (Epsilon Press), 1990, pp. 161-180.
- J.P. Hogendijk, Kegelsneden in de Griekse oudheid.
In: A. Grootendorst
(ed.) Vakantiecursus
kegelsneden en kwadratische vormen, CWI Syllabus no. 40, Centrum voor Wiskunde en
Informatica (Amsterdam 1995), pp. 1-14.
- J.P. Hogendijk, De wortels van de algebra. Nieuwe Wiskrant
15 (1995) no. 2, pp. 41-48, herdruk
in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004, pp. 22-28
- Floris Jansen, De cirkelkwadratuur bij de Grieken: Hippokrates van Chios,
Archimedes van Syrakuse, Haarlem: P.Visser, 1909.
- L.M. Klinkenberg, De eerste ontwikkeling onzer Meetkunde,
Wiskundig tijdschrift 14 (1917-18), 145-160.
- J. Mansveld, Pappus, mathematicus en een beetje filosoof ,
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Mededelingen van de
Afdeling Letterkunde, Nieuwe Reeks, Deel 61 no. 6, 1998, 20 pp.
- D.J.E. Schrek, De sikkel van Archimedes, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde
30 (1942-3), pp. 1-13.
- Ab van der Roest, Martin Kindt,
Babylonische Wiskunde: Een verkenning aan de hand van kleitabletten.
Utrecht: Epsilon Uitgaven 2005, Zebra-reeks no. 20, ISBN 90-5041-090-1
- D.J.E. Schrek, Hypatia van Alexandrië, Euclides 21 91945-6), pp. 164-173.
- H. Streefkerk, Hoe bewees Pythagoras de stelling van Pythagoras,
Euclides 27 (1951-2), pp. 185-188 (hypothese van Naber)
- J. Versluys, Zes en negentig bewijzen voor het Theorema van Pythagoras,
Amsterdam: A. Versluys, 1914, 104 pp.
- Vitruvius, Handboek bouwkunde, vertaald door Ton
Peters. Amsterdam: Atheneum - Polak en Van Gennep, 1999 (3e druk;
1e druk 1997). [Vertaling van de architectura]
- P.G.J. Vredenduin, De analyse van het continuum door Aristoteles,
Euclides 36 (1960-1), pp. 1-6.
- Hk. de Vries, Historische Studiën III, Over de stelling van Menelaos, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 12 (1924-5), pp. 331-337, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 113-119.
- Hk. de Vries, Historische Studiën V, Over Archimedes' "Methodenleer der Mechanische leerstellingen"
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 13 (1925-6), pp. 1-15, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 136-350.
- Hk. de Vries, Historische Studiën VIII, De projectieve meetkunde der Grieken,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 14 (1926-7), pp. 124-144, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 1-21.
- B. L. van der Waerden, Ontwakende wetenschap: Egyptische, Babylonische en
Griekse wiskunde. Groningen: Noordhoff, 1950. Historische Bibliotheek van de
Exacte Wetenschappen deel 8, 332 p.
- B.L. van der Waerden, Ontwakende wetenschap, Euclides 22 (1946-7), pp.
300-309.
- F. van der Wielen, De ideegetallen van Plato. Amsterdam 1941,
270 pp. (dissertatie).
- H. Busard, Het rekenen met breuken in de middeleeuwen, in het bijzonder bij
Johannes de Lineriis, Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie van
Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Wetenschappen
30 (1968) nr. 7, 36 pp.
- G. ten Doesschate, Rolduc als middeleeuwse voorpost der wis-,
natuur en geneeskunde in de Nederlanden, Lochem: De Tijdstroom, 1948, 154 pp.
- E.J. Dijksterhuis, Van koorde tot sinus, van umbra tot tangens,
Euclides 29 (1953-4), pp. 271-285.
- E.J. Dijksterhuis, Nicolaas van Kues, Algemeen Nederlands tijdschrift
voor wijsbegeerte en psychologie 46 (1953-4), pp. 132-147.
- N.L.W.H. Gravelaar, Over de oorsprong van den naam sinus,
Wiskundig Tijdschrift 2 (1906), pp. 12-15.
- A.W. Grootendorst, Brief van Adalboldus, Bisschop van Utrecht, aan Paus
Silvester II (999-1003), in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 65-76.
- R.H. van Gulik, De mathematische conceptie bij de oude Chineezen,
Euclides 5 (1928-9), pp. 104-109.
- J.P. Hogendijk, Twee vertellingen over pi. Euclides 55 (1980), pp. 395-408.
- J.P.Hogendijk, Occulte wiskunde. Nieuwe Wiskrant 7
(1988), no. 3, pp. 35-44.
- J.P.Hogendijk, Over de geschiedenis van de cijfers. Nieuwe Wiskrant 10 (1990), no. 2, pp. 10-12.
- J.P. Hogendijk, Middeleeuws Islamitische methoden voor de bepaling van de
richting van Mekka. Nieuwe Wiskrant 12 (1993) no. 4,
pp. 45-52.
- J.P. Hogendijk, Een workshop over Iraanse mozaieken. Nieuwe Wiskrant 16 (1996) no. 2, pp. 38-42.
- J.P. Hogendijk, Algorismi's rekenboekje compleet. Nieuwe Wiskrant 17 (1997) no. 1, pp. 32-33.
- J.P. Hogendijk, Maankalender, paasdatum en het jaar 2000. Nieuwe Wiskrant 19 (2000) no. 4, pp. 4-6.
- J.P. Hogendijk, Islamitische Kunst: Werk in Uitvoering,
Euclides 4, 2004, pp. 135-137.
- Annie Th. Lantink-Ferguson, Drie tandwielsystemen voor een maankalender,
Tijdschrift voor de Geschiedenis der
geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 22 (1999), 195-220.
- Marjolein Kool, Wiskunde, in: W.P. Gerritsen e.a. (eds.), Vensters naar vroeger. Eenentwintig schoolvakken in Middeleeuws
perspectief, Amsterdam (1986), pp. 77-79 [Bulkboek]
- J.A. van Maanen, Over het verdelen van aangeslibd land. Een brugklas projekt.
Euclides 60 (1984-5), pp. 161-168.
- J.A. van Maanen, Aangeslibd land, kegelsnedetrekkers en oneindige bierglazen, ofwel: geschiedenis van de wiskunde
toegepast in de klas, in: F. Laforce (red.), Voordrachten en werkgroepen van het vijfde congres van de Vlaamse
Vereniging van Wiskunde Leraars, Neerpelt --Juli 1987, Wilrijk (1988), pp. 203-220 [Monografieën van de V.V.W.L. Nr.
8]
- J.A. van Maanen, Aangeslibd land, kegelsnedetrekkers en oneindige bierglazen. Aanvulling en correctie, Wiskunde
en Onderwijs 60 (1989), pp. 443-448.
- H. Overing, Citaat van Jalâloddin Davâni, Euclides 30 (1954-5),
pp. 148.
- A.J.E.M. Smeur, De verhandeling over de cirkelkwadratuur van
Franco van Luik van omstreeks 1050, Mededeelingen van de Koninklijke
Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van
België. Klasse der Wetenschappen 30 (1968) nr. 11, 87 pp.
- A.J.E.M. Smeur, De terminologie voor "cijfer" in rekenkundige teksten der latere
middeleeuwen, Scientiarum Historia 6 (1964), pp. 192-202.
- C.J. de Vooys, Het konijnenvraagstuk van Fibonacci, Euclides 34 (1958-9), pp. 108-109.
- (Anoniem): Koninklijke Bibliotheek van België,
Simon Stevin 1548-1620: De geboorte van de nieuwe
wetenschap, Turnhout: Brepols, 2002, ISBN 90-5622-054-3, 184 pp.
- P. Bockstaele. Het oudste gedrukte Nederlandse rekenboekje,
Scientiarum Historia 1 (1959), pp. 53-71, 117-127.
- P. Bockstaele. Gielis van den Hoecke en zijn Sonderlinghe boeck
in dye edel conste arithmetica. Academiae Analecta 47 (1985),
1, pp. 3-29.
- P. Bockstaele. Het oudst bekende, gedrukte Nederlandse meetkundeboek:
Die waerachtige const der geometrieen (1513). Tijdschrift voor de Geschiedenis der
Geneeskunde, Natuurwetenschappen en Techniek 7 (1984), pp. 79-92.
- Henk J.M. Bos, Simon Stevin als wiskundige, pp. 49-61 in
Koninklijke Bibliotheek van België... (zie hierboven).
- O. Bottema, Verscheidenheden LI. Over het zijbalkon en over Regiomontanus.
Euclides 37 (1961-2), pp. 325-328.
- C.P. Burger, Amsterdamsche Rekenmeesters en Zeevaartkundigen in de zestiende
eeuw, Amsterdam: C.L. van Langenhuysen, 1908.
- Roselyne Denhez, Simon Stevin en zijn getijdentheorie
(vertaald uit het Frans), Wiskunde en onderwijs 20 (1994), 75-98.
- E.J. Dijsterhuis, De betekenis van de wis- en natuurkunde voor het leven en
denken van Blaise Pascal, herdrukt in: E.J. Dijsterhuis, Clio's stiefkind,
Amsterdam: Bert Bakker, 1990, pp. 69-101.
- E.J. Dijsterhuis, De intrede der wiskunde in de natuurwetenschap, herdrukt in: E.J. Dijsterhuis, Clio's stiefkind,
Amsterdam: Bert Bakker, 1990, pp. 131-162.
- E.J. Dijsterhuis, Simon Stevin, s'-Gravenhage 1943. (boek)
- E.J. Dijksterhuis, Simon Stevin, Euclides 24 (1948-9), pp. 142-155.
- E.J. Dijksterhuis, Simon Stevin, herdrukt in: E.J. Dijksterhuis,
Clio's stiefkind, Amsterdam: Bert Bakker, 1990, pp. 231-247. Voor
diverse andere artikelen van Dijksterhuis over Simon Stevin zie de bibliografie op
pp. 312-313 van het laatstgenoemde boek.
- J.P. le Goff, Het traktaat over verschaduwinge van Simon
Stevin en zijn plaats in de geschiedenis van het perspectief,
pp. 83-101 in (Anoniem) Koninklijke Bibliotheek van België (zie hierboven).
- N.L.W.H. Gravelaar, De leerwijze van Ferrari voor de oplossing der
vergelijkingen van den vierden graad, Wiskundig tijdschrift
1 (1904), pp. 62-71, 167-171.
- N.L.W.H. Gravelaar, Cardano's transmutatiemethoden,
Nieuw Archief voor Wiskunde (2) 8 (1909), pp. 408-444.
- N.L.W.H. Gravelaar, Stevin's Problemata geometrica, Nieuw Archief voor
Wiskunde (2) 5 (1902), 106-191.
- N.L.W.H. Gravelaar, De notatie der decimale breuken, Nieuw Archief voor
Wiskunde (2) 4 (1900), pp. 54-73.
- N.L.W.H. Gravelaar, Over de logarithmen van Neper, Supplement op de Vriend der
Wiskunde 4 (1892), pp. 103-116.
- N.L.W.H. Gravelaar, John Napier's werken. Verhandelingen der Koninklijke
Academie der Wetenschappen Amsterdam (1e sectie), 6, no. 6 (1899). 159 pp.
- N.L.W.H. Gravelaar, Pitiscus' Trigonometria, Nieuw Archief voor Wiskunde
(2) 3 (1898), pp. 253-278.
- M. van Haaften, De zestiende-eeuwsche intresttafels van Stevin,
Wentsel
en Trenchant, Het Verzekerings Archief 10 (1929), p. 99
- M. van Haaften, De Thiende van Stevin, De Verzekeringsbode
40 (1921),
p. 73 e.v.
- M. van Haaften, De oudste geschiedenis der tafels voor
samengestelden
intrest in termijnen, De Verzekeringsbode 55 (1936), no. 5,
p. 25 e.v.
- Diverse artikelen van Van Haaften over Ludolph van Ceulen,
De Verzekeringsbode 39 (1920), No. 18, 19, p. 138, 148;
Corte onderrichtinghe in de reductie van Iaercustinghen, 39 (1920), no.
21, p. 165,
aenhang totde voorgaende Corte Onderrichtinghe, De
Verzekeringsbode 55 (1936), No. 16, 18, 22, p. 85, 97, 121.
- Arie Hol en Jeroen van Dijk, Een drama van de derde graad,
Nieuwe Wiskrant 12 (1993) no. 3, pp. 19-23.
- Martin Kindt, De kromme lijnen van Albrecht Dürer,
Euclides 4 (2004), 186-191.
- Marjolein Kool,Die conste vanden getale. Een studie over
Nederlandstalige rekenboeken uit de vijftiende en zestiende eeuw,
met een glossarium van rekenkundige termen. Hilversum: Verloren,
1999. ISBN 90-6550-050-2, 403 pp. (Proefschrift). Recensies:
Eisso Atzema in GEWINA 23 (2000), 301-302, Jan Hogendijk in Nieuwe Wiskrant, 18 (4), juni 1999, 10-12.
- Marjolein Kool (ed.), Christianus van Varenbrakens
"Die Edel conste arithmetica", Scripta 21, Brussel 1988.
- Marjolein Kool, Op zoek naar de bron van een bijzonder arithmeticatraktaat,
in W.P. Gerritsen e.a. (eds.), Een school spierinkjes,
Hilversum 1991, pp. 104-106.
- Marjolein Kool, Toen x nog een grote onbekende was,
Nieuwe Wiskrant 15, no. 1 (1995), pp. 21-24, herdruk
in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004, pp. 9-12.
- Marjolein Kool, Waarom kort als het ook lang kan?
Wiskundige notaties in zestiende-eeuwse rekenboeken.
Nieuwe Wiskrant 18 no. 1 (sept. 1998), pp. 5-9.
- Marjolein Kool, Nederlandse rekentermen...ommedat al de werelt gheen latijn en can, Publiek Domein 4 nr. 3 (1998),
pp. 14-16.
- Marjolein Kool, Rekenboeken uit de vijftiende en zestiende eeuw: veel lering en een beetje vermaak, De school Anno 17
nr. 4 (1999), pp. 10-16.
- Ad Meskens, Wiskunde tussen Renaissance en Barok: aspecten van
wiskunde-beoefening te Antwerpen 1550-1620. Antwerpen: 1994,
Publicaties van de Stadsbibliotheek 41-43.
- Ad Meskens, Een proportionaalpasseer van Gillis Coignet?
Wiskunde en Onderwijs 21 (1995), 166-176.
- H.C. Pouls, Een nuttig en profijtelijk boekje voor alle
geografen. Gemma Frisius. Delft 1999.
- Michel Roelens, Een schilderij komt tot leven,
Nieuwe Wiskrant 20, nr. 1 (sept 2000), 4-10, herdruk
in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004, pp. 51-57.
- Du Saar, Over een ouderwetsch boekje, De Verzekeringsbode
39 (1920), p. 274 e.v.
- Du Saar, Nog enkele gegevens voor de geschiedenis der
intrestrekening
in Nederland, De Verzekeringsbode 40 (1921), p. 306 e.v.
- Du Saar, Duyrcantius' Intresttafels, De Verzekeringsbode
40 (1921), p. 306 e.v.
- Du Saar, Nog enkele gegevens voor de geschiedenis der
intrestrekening
in Nederland, De Verzekeringsbode 40 (1921), p. 359 e.v.,
371 e.v.,
- Du Saar, Over een oud rekenboekje (Chr. Hoornaert, Arithmetica ofte
Rekenkonste) De Verzekeringsbode 41 (1922), p. 152
- Du Saar, Feiten ten behoeve van de geschiedenis der intrestrekening
in Nederland, De Verzekeringsbode 41 (1922), p. 372.
- Du Saar, Naar aanleiding van de geschiedenis der intrestrekening,
De Verzekeringsbode 41 (1922), p. 429,
- Du Saar, Van der Schuere's Rekenboek, De
Verzekeringsbode 42 (1923), p. 12 en p. 19;
- Du Saar, Het rekenboekje van Marten Wilkens, De
Verzekeringsbode 42 (1923), p. 261.
- J.H. Schogt, Verhoudingen en evenredigheden in de
"Arithmetica" van Van der Schuere, Bijvoegsel van het Nieuw
Tijdschrift voor Wiskunde gewijd aan onderwijsbelangen
2 (1925-6) no. 2, pp. 47-53.
- A.J.E.M. Smeur, De zestiende-eeuwse Nederlandse rekenboeken, Den Haag 1960.
- A.J.E.M. Smeur, Leonardo da Vinci, Euclides 44 (1968-9), pp. 238-242.
- A.J.E.M. Smeur, Enige zeldzame oude rekenboekjes in band R. 14.10 van het museum
Plantin-Moretius, Scientiarum Historia 3 (1961), pp. 190-201.
- A.J.E.M. Smeur, Algebra in een zeldzame zestiende-eeuwse Antwerpse uitgave,
Scientiarum Historia 12 (1970), pp. 53-62.
- A.J.E.M. Smeur, Johannes Enclen de Cusa en zijn Algorismus Proiectilium, Zwolle 1502,
Scientiarum Historia 4 (1962), pp. 63-75.
- A.J.E.M. Smeur, Simon Stevin De Thiende 1585, Nieuwkoop 1965.
- A.J.E.M. Smeur, Simon Stevin, Euclides 45 (1969-70), pp. 187-190.
- A.J.E.M. Smeur, Simon Stevin, NIKO IX (1971), pp. 3-13.
- Simon Stevin, La " thiende" de Simon Stevin, facsimile de l'édition
originale Plantinienne de 1585 avec une introduction par H. Bosmans,
Antwerpen-Den Haag, 1924.
- Harm Jan Smid, Door ongehoorde lichticheyt: Simon Stevin propageerde
in "De Thiende" het gebruik van decimale breuken,
Euclides 80 (januari 2005), pp. 190-193.
- D.J. Struik, Het woord millioen in oude Nederlandsche rekenboeken,
Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde
50 (1931), pp. 173-180.
- J.J. Verdonk, Petrus Ramus en de wiskunde, Assen: van Gorcum, 1966, 453 pp.
- Tj.S. Visser, Van Nunes tot Gudermann (loxodroom en logaritme),
Euclides 48 (1972-3), pp. 358-360.
- C.J. Vooys, De vinding van Ferrari, Euclides 34 (1958-9), pp. 200-204.
- Hk. de Vries, Historische Studiën VI, John Napier en de eerste logarithmentafel,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 3 (1915-6), pp. 1-19, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 151-169.
- P.G.A. de Waal, Van Paciolo tot Stevin, Roermond: J. Romen
en zonen,
1927 [geschiedenis van het boekhouden]
- C.M. Waller Zeper, De oudste interesttafels in Italië,
Frankrijk en Nederland, met een herdruk van Stevin's "Tafelen van Interest",
Amsterdam 1937.
- J.H. Wansink, De regel van drieën volgens Bartjens, een didactisch
fossiel, Euclides 54 (1978-9), pp. 2-7.
- J. Wichers, Het afgeknotte parallellepipedum van Albrecht Dürer,
Euclides 35 91959-60), pp. 296-298.
- C.D. Andriesse, Titan kan niet slapen: een biografie van
Christiaan Huijgens. Amsterdam: Contact, 1993, 413 pp.
- F.G. Backbier, Wiskunde in dienst van de natuurwetenschap.
Een bijdrage tot de geschiedenis van de mathematische fysica in de
XVIIe eeuw. Utrecht: Schotanus en Jens, 1960.
[Proefschrift. Promotor E.J. Dijksterhuis]
- Willem Bartjens: De Cijfferinghe, zie D. Beckers.
- D. Beckers, Meetkunde als de korte en zekere weg
naar kunst: Gerard de Lairesse (1640-1711) en zijn
Grondlegginge der Teekenkonst . Tijdschrift voor de
Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek
21 (1998), pp. 81-93.
- D.J. Beckers, Recreatieve wiskunde in Nederland in de 17e eeuw:
Wynant van Westen, Wisconstighe Vermaecklyckheden, Euclides 73 nr. 5 (februari 1998),
pp. 171-174.
- Danny Beckers, Marjolein Kool (ed.):
Willem Bartjens: De Cijfferinghe (1604), Hilversum: Verloren,
2003 [facsimile met inleiding = deel 2 in de serie Rekenmeesters],
bespreking in Euclides 80 (janauri 2005), 198-199.
- Klaas van Berkel, Het onderwijs in de wiskunde in
Franeker in vergelijkend perspectief,
It Beaken 47 (1985), 214-235.
- H.J.E. Beth, Newton's Principia, Groningen: Noordhoff, 1932,
2 delen, 167, 146 pp,
Historische bibliotheek voor de exacte wetenschappen deel 4, 5.
- H.J.E. Beth, Descartes als wiskundige, Algemeen Nederlands Tijdschrift
voor Wijsbegeerte en Psychologie 42 (1950), pp. 134-144.
- H.J.E. Beth, Een meetkundige plaats met een historische betekenis,
Euclides 24 (1948-9), pp. 58-64 (Descartes, Fermat).
- D. Bierens de Haan, Bouwstoffen voor de geschiedenis der wis- en natuurkundige
wetenschappen in de Nederlanden, Amsterdam 1878-1887, 2 delen.
- C.C. Bissell, Het Nederlandse aandeel in de Cartesiaanse meetkunde,
Euclides 66 (1990-1), pp. 231-238 (vertaald uit het Engels,
Cartesian Geometry: the Dutch contribution,
Mathematical Intelligencer 9 (1987) no. 4, pp. 38-44.)
- F. van der Blij, Uit "een School-boeck der Wynroeyeryen met
Aenhangh genaemt den Bril, voor de Amsterdamse Belachelijcke Geometristen",
Euclides 24 (1948-9), pp. 65-78.
- H.J.M. Bos. De "constructie der vergelijkingen", een vergeten voorouder
van de algebraïsche meetkunde, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 68 (1981), pp. 154-165.
- H.J.M. Bos. Christiaan Huijgens, De Gids 142 (1979), pp. 306-319.
- H.J.M. Bos, Descartes en het begin van de analytische meetkunde,
in A. Grootendorst (ed.),
Vakantiecursus 1989. Wiskunde in de Gouden Eeuw.
Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI syllabus 25), pp. 79-98.
- H.J.M. Bos, Descartes en het begin van de analytische meetkunde,
Wiskunde en Onderwijs 22 (1996), 276-293.
- H.J.M. Bos, De cirkel gedeeld, de omtrek becijferd en pi
gebeiteld: Ludolph van Ceulen en de uitdaging van de
wiskunde. Nieuw Archief voor Wiskunde, 5e serie, 1 (2000) nr. 3, 259-262.
(Toespraak, gehouden tijdens het programma 'Pi in de Pieterskerk'
ter gelegenheid van de onthulling van de gedenksteen voor Ludolph van
Ceulen door Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje.)
- O. Bottema. Verscheidenheden LXVII. Frans van Schooten aan Christiaan
Huygens, Euclides 42 (1966-7), pp. 204-208, vervolgd in
Euclides 43 (1967-8), pp. 164-166 ("Elementary, dear Watson").
- A.P. Buijs, Uit het Claddebouck van de Goese rekenmeester Cornelis Fransz.
Eversdyck, 1586-1666 in: A.I. Bierman e.a. (red.), Worstelende wetenschap:
aspecten van wetenschapsbeoefening in Zeeland van de zestiende tot in de
negentiende eeuw, Middelburg : Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen (1988), pp. 42-62.
- D. van Dantzig, Blaise Pascal en de betekenis der wiskundige denkwijze voor de
studie van de menselijke samenleving, Euclides 25 (1949-50), pp. 203-232.
- Ezechiel de Decker, Tweede deel vande nievwe tel-konst,
1627. Facsimile of the only copy extant with an introduction by
A.J.E.M. Smeur. Nieuwkoop: B. de Graaf, 1964.
(Over logaritmen, facsimile van een deel van dit Nederlandstalige
boek uit 1627. De inleiding is in het Engels.)
- E.J. Dijksterhuis. De ontdekking van het tautochronisme der cycloïdale
valbeweging. Een bijdrage tot de 300e herdenking van de geboortedag van
Christiaan Huygens. Euclides 5 (1928-9), pp. 193-227.
- E.J. Dijksterhuis, John Pell en zijn strijd over de rectificatie van de cirkel,
Euclides 8 (1931-2), pp. 286-296.
- E.J. Dijksterhuis, Descartes als wiskundige, Euclides 9 (1932-3), pp. 56-76.
- H. Elkhadem, ed., Simon Stevin. De geboorte van de nieuwe wetenschap
1548-1620. Turnhout 2004.
- P. van Geer, Johan de Witt als wiskundige, Nieuw Archief voor Wiskunde
(2) 11 (1915), pp. 98-126.
- P. van Geer, Hugeniana geometrica. I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX,
X, XI, XII, Nieuw Archief voor Wiskunde,
2e serie, 7 (1907), pp. 211-226, 438-454, 8 (1909), pp. 34-68, 145-168, 289-314,
445-464, 9 (1911), pp. 6-38, 202-230, 338-358, 10 (1913), pp. 39-60, 178-198, 370-395 (Huijgens)
- Giulio Giorello en Corrado Sinigaglia,
Fermat, Meester van de moderne Mathematica (vertaald uit het
Italiaans), AMsterdam: Natuurwetenschap en Techniek, wetenschappelijke
biografie no. 13.
- N.L.W.H. Gravelaar, Over de oorsprong van ons maalteken (x),
Wiskundig Tijdschrift 6 (1909), pp. 1-25.
- A.W. Grootendorst, Inleiding Wiskunde in de Gouden Eeuw, in:
A.W. Grootendorst (ed.),
Vakantiecursus 1989. Wiskunde in de Gouden Eeuw.
Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI syllabus 25), pp. 1-14.
- A.W. Grootendorst, De Kegelsneden bij Johan de Witt, in: A. Grootendorst
(ed.) Vakantiecursus
kegelsneden en kwadratische vormen, CWI Syllabus no. 40, Centrum voor Wiskunde en
Informatica (Amsterdam 1995), pp. 17-55.
- A.W. Grootendorst, De tweede brief van Johannes Hudde, in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 77-106.
- A.W. Grootendorst, J.A. van Maanen, Brief van Henricus van Heuraet over de rectificatie van
krommen, in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 107-123.
- A.W. Grootendorst, Analytische Meetkunde, het begin' in: Syllabus Vakantiecursus CWI 1998: Meetkunde, Oud en
Nieuw, Amsterdam (1998), pp. 1-26
- A.W. Grootendorst, De Laatste Stelling van Fermat. De Geschiedenis van een Probleem, Natuurkundige
Voordrachten van de Koninklijke Maatschappij voor Natuurkunde onder de Zinspreuk Diligentia, Den Haag (1999),
pp. 39-49.
- A.W. Grootendorst, De Kegelsneden bij Jan de Witt, Nieuw Archief voor Wiskunde (IV) 17 nr. 3 (november 1999),
pp. 409-425.
- Jan Guichelaar, Christiaan Huygens, de mathematisering van de werkelijkheid,
Pythagoras februari 2005, pp. 24-26.
- M. van Haaften, Gegevens voor de geschiedenis der intrestrekening in
Nederland, De Verzekeringsbode 40 (1921), p. 165 e.v.
- M. van Haaften, De eerste volledige grote logarithmentafel van Ezechiël
de Decker uit 1627. Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde
31 (1943-4), pp. 137-144.
- M. van Haaften, De Decker's logarithmentafel, "Tweede deel van
de
nieuwe telkonst" gevonden, De Verzekeringsbode 39
(1920),
no. 49 p. 383 e.v.
- M. van Haaften, De Decker's Eerste Deel van de Nieuwe Telkonst,
De Verzekeringsbode 39 (1920),
no. 52 p. 406 e.v.
- M. van Haaften, De Decker als schrijver over Intrestrekening,
De Verzekeringsbode 40 (1921), no. 4, p. 25 e.v., no. 5, p.
37 e.v.
- M. van Haaften, De kleine logarithmentafel van De Decker, De
Verzekeringsbode 40 (1921), no. 19, p. 146 e.v.
- M. van Haaften, Johan de Witt en de Levensverzekering, in: De
Levensverzekering, 1925.
- D.L. de Haan, 1995-Bernoulli-jaar, Nieuwe Wiskrant 14 no. 4 (1995),
pp. 45-50.
- N.D. Haasbroeck, drie artikelen over Gemma Frisius, Tycho Brahe, Snellius
en hun triangulaties, Tijdschrift voor kadaster en landmeetkunde
1965-1967.
- A. Hallema, Onze oudste 17e eeuwsche rekenboeken, Euclides 1, p. 122 ff.
- Th. W. Harmsen, De Beknopte Lant-Meet-Konst: Beschrijving van het leven
en werk van de Dordtse landmeter Mattheus van Nispen (ca. 1628-1717),
Delft 1978.
- Charles van den Heuvel, Wisconstige gedachtenissen. Maurits over
de kunsten en wetenschappen in het werk van Stevin, in: Kees
Zandvliet, ed., Maurits, prins van oranje, Zwolle 2000, pp. 106-121.
- J.P. Hogendijk, Het Brouillon Project van Desargues, in A. Grootendorst (ed.),
Vakantiecursus 1989. Wiskunde in de Gouden Eeuw.
Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI syllabus 25), pp. 123-142.
- Christiaan Huygens, Van Rekeningh in Spelen van Geluck,
vertaald en toegelicht door Wim Kleijne, Utrecht: Epsilon uitgaven,
1998. (kansrekening)
- W Kleijne, Het Zekere voor het Onzekere, in: Vakantiecursus 1997,
Rekenen op het Toeval, Amsterdam, CWI syllabus 43, pp. 23-32.
- W. Kleijne, Gedachten bij een grafschrift, Euclides 65 (1990-1),
pp. 11-12. (Jobst Bürgi)
- Teun Koetsier, De nieuwe exactheid en de wiskunde van
Descartes. Essay review van: H.J.M. Bos, Redefining Geometrical
Exactness, in Tijdschrift voor de Geschiedenis der
geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek
27 (2004), 165-172.
- Marjolein Kool, De rekenkundige termen van Simon Stevin,
Scientiarum Historia 18 (1992) no. 2, pp. 92-107.
- D.J. Korteweg, Het bloeitijdperk der wiskundige wetenschappen in Nederland,
Amsterdam 1894, 20 pp.
- J.A. van Maanen, Een complexe grootheid: Leven en werk van Johann
Bernoulli, 1667-1748, Utrecht: Epsilon Uitgaven 34, 1995, 192 pp.
- J.A. van Maanen, De zeventiende eeuw in tien wiskundige problemen uit tien
decennia, in A. Grootendorst (ed.),
Vakantiecursus 1989. Wiskunde in de Gouden Eeuw.
Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI syllabus 25), pp. 15-78.
- J.A. van Maanen, Een gewichtig probleem van l'Hôpital,
Nieuwe Wiskrant 10 (1991) no. 3, pp. 6-9.
- J.A. van Maanen, Twee fysische problemen aan de wieg van de differentiaalrekening,
Nieuw Tijdschrift voor Natuurkunde 57 (1991) no. 10, pp. 133-137.
- J.A. van Maanen, Frans van Schooten Jr., Pythagoras 36 nr. 5 (juni 1997), p. 10.
- J.A. van Maanen, Descartes en zijn Nederlandse profeten, Pythagoras 37 nr. 3 (februari 1998), pp. 12-20.
- J.A. van Maanen, Acht Groningse studiegidsen wiskunde, 1696-1704,
Tijdschrift voor de Geschiedenis der
geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek
22 (1999) no. 2, pp. 85-90.
- J.A. van Maanen, Cardinael in de geschiedenis van de wiskunde.
Nieuw Archief voor Wiskunde 5/4 nr. 1 (maart 2003), 51-55.
- Massimo Mugnai, Etta Maris, Leibniz: Filosoof en Mathematicus,
vertaald uit het Italiaans, red. Rienk Vermij,
Amsterdam: Natuurwetenschap en techniek, 2005, wetenschappelijke biografie.
- G. Moll, Bijdragen tot de Geschiedenis der wiskundige
wetenschappen in de Nederlanden in
de zestiende en zeventiende eeuwen,
in: N.G.van Kampen, Beknopte Geschiedenis der Letteren en
Wetenschappen in de Nederlanden, deel 3, Bijvoegsels en
Algemeen Register, Delft 1826, pp. 129-142.
- M. Muller, K. Zandvliet, e.a., Admissies als landmeter in Nederland
voor 1811, Alphen aan de Rijn 1987.
- R.M.Th.E. Oomes, J.J.T.M. Tersteeg, J. Top,
Het grafschrift van Ludolph van Ceulen, Nieuw Archief voor Wiskunde
vijfde serie, 1, no. 2 (juni 2000), pp. 156-161.
- R.M.Th.E. Oomes, Pi in de bibliotheek, catalogus bij een
tentoonstelling over Ludolph van Ceulen en de berekening van het getal pi
in de Leidse Universiteitsbibliotheek, 4-18 juli 2000,
Leiden: Universiteitsbibliotheek (Kleine publicaties van de
Leidse universiteitsbibliotheek no. 36, ISSN 0921-9293 deel 36).
- F. Oort, De laatste stelling van Fermat,
Nieuwe Wiskrant 13, no. 2 (1993), pp. 34-37.
- C. de Pater, De relatie tussen de natuurwetenschappen en de wiskunde in de
17de eeuw, in A. Grootendorst (ed.),
Vakantiecursus 1989. Wiskunde in de Gouden Eeuw.
Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI syllabus 25), pp. 99-122.
- H.C. Pouls, Winkelkruis - astrolabium - Hollandse cirkel: Het ontstaan
en de ontwikkeling van een Nederlands meetinstrument,
Geodesia 21 (1979), 238-246, 294-304.
- H.C. Pouls, Landmeetkundige methoden en instrumenten tot 1800,
Stad in kaart (1984), 13-28.
- H.C. Pouls, De landmeter Jan Pietersz. Dou en de hollandse cirkel,
Delft: Nederlandse commissie voor geodesie, 2004.
- Paul van Praag: De Appendice Algébrique (van Simon Stevin), en de transcriptie
van de Appendice Algebrique door Henri Bosmans, pp. 63-71 in
(anoniem) Koninklijke Bibliotheek... (zie hierboven)
- P. Ransom, Lichaamsmaten en navigatie-instrumenten,
Nieuwe Wiskrant 20 (2) (2000), pp. 9-12.
- J.P. van Rooijen, De Witt's Waerdije van Lijfrenten in modern
Nederlandsch overgebracht en toegelicht, in: De Levensverzekering
1934.
- D.J.E. Schrek, De constructie van Thomas Strode voor de middelevenredige tusschen
twee lijnstukken, Euclides 25 (1949-50), pp. 169-172.
- F. Schuh, Christiaan Huygens (14 april 1629 - 9 juli 1695),
Christiaan Huygens 1 (1921-1922), 1-28.
- Gerard Sierksma en Wybe Sierksma, Johann Bernoulli (1667-1748); De Grote Sprong naar het Oneindig Kleine, in:
H.A. Krop, J.A. van Ruler, A.J. Vanderjagt (red.), Zeer Kundige Professoren, Beoefening van de Filosofie in Groningen
van 1614 tot 1996, Hilversum: Verloren (1997), pp. 119-133.
- M. H. Sitters, Sybrandt Hansz. Cardinael (1578-1647), een eigenzinnig
meetkundige tussen Stevin en Huygens,
Tijdschrift voor de Geschiedenis der
Geneeskunde, Wiskunde, Natuurwetenschappen en Techniek 27 (2004), 14-32.
- M. H. Sitters, Sybrandt Hansz. Cardinael (1578-1647), meester in de meetkunde,
Nieuw Archief voor Wiskunde 5/4 nr. 4 27 (2003), 309-316.
- Ida H. Stamhuis, Levensverzekeringen 1500-1800, in: Jacques van Gerwen en Marco van Leeuwen (samenstellers),
Studies over zekerheidsarrangementen. Risico's, risicobestrijding en verzekeringen in Nederland vanaf de
Middeleeuwen, Amsterdam / Den Haag (1998), pp. 141-156.
- Ida Stamhuis, Christiaan Huygens correspondeert met zijn broer over levensduur. Hoe
wetenschappelijke begrippen kunnen ontstaan. De zeventiende eeuw 12
(1996), pp. 161-170.
- Ida H. Stamhuis, Radeloos, redeloos, noch reddeloos: Jan de Witts Lijfrenteberekening rond het Rampjaar, Nieuw
Archief voor Wiskunde (IV) 17 (1999), pp. 439-452 .
- D.J. Struik, Het land van Stevin en Huijgens, Nijmegen: SUN,
1979, 3e druk, 156 pp.
- H. Turkstra, De wiskundige verdiensten van prins Maurits, Euclides
12 (1935-6), pp. 9-15.
- J.W. Verburgt, Het leven van Jan Pietersz. Dou als burger, landmeter,
wijnroeier en notaris van Leiden, 1573-1635, toegelicht uit zijne
handschriften en werken, Jaarboekje voor geschiedenis en
oudheidkunde van Leiden en Rijnland 26 (1933-34), pp. 18-61.
- G.J. Verdam, Geschiedkundige Aantekening betreffende de algemeene
oplossing van derde
magts vergelijkingen, Leiden 1846.
- Rienk Vermij, Hanne van Dijk en Carolien Reus,
Christiaan Huijgens. Zebrareeks 17. Utrecht: Epsilon Uitgaven, 2003.
- Rienk Vermij, Huygens, de mathematisering van de
werkelijkheid, Diemen: Veen Magazines, 2004, ISBN 90 76988 35 8,
wetenschappelijke biografie no. 10.
- Agnes Verweij, Perspectief in een kastje,
Nieuwe Wiskrant 21 (2001) no. 2, herziene versie in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004.
pp. 62-6
- G.A. Vorsterman van Oyen, 144 vraagstukken van Nederlandse
wiskundigen der 17e eeuw, Schoonhoven 1868.
- P.G.J. Vredenduin, Historische achtergronden van de infinitesimaalrekening,
Euclides 35 (1959-60), pp. 305-328.
- Hk. de Vries, Historische Studiën VII, De "Géométrie" van Descartes en de
"Isagoge" van Fermat. Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 4 (1916-7), pp. 145-163, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 170-192.
- Hk. de Vries, Historische Studiën IX, Desargues, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 14 (1926-7), pp. 365-380, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 22-50.
- P.G.A. Waal, Van Paciolo tot Stevin. Een bijdrage tot de leer van het boekhouden in de Nederlanden. Roermond, 1927.viii,318, 20p.
- C. de Waard, Wiskundige bijdragen tot de pansophie van Comenius,
Euclides 25 (1949-50), pp. 278-289. (Comenius, 1592-1671).
- H.E. Wijnman, De Amsterdamse rekenmeester Sybrandt Hansz. Cardinael,
Het Boek, nieuwe reeks 22 (1933-34), 73-94.
- D.J. Beckers, A.C. Clairaut (1713-1765) en de geschiedenis van de wiskunde,
Euclides
73 nr. 4 (januari 1998), pp. 111-117.
- D.J. Beckers, Wisconstighe Vermakelyckheden II: Guyot en zijn machines, Euclides 74 nr. 3 (nov./dec. 1998),
pp. 76-80
- D,J, Beckers, Wisconstighe Vermakelyckheden III: A.F. Marci de boekhouder, Euclides 75 nr. 6 (mrt/apr 2000),
pp. 183-189.
- D.J. Beckers, "Het is al Mathesis dat de klok slaat" : genootschappen en wiskundeonderwijs in Nederland buiten het
reguliere onderwijs om (1780-1830), De Negentiende Eeuw 22 nr. 4 (december 1998), pp. 220-234.
- D.J. Beckers, Het despotisme der mathesis: opkomst van de
propaedeutische functie van de wiskunde in Nederland, 1750-1850.
Hilversum 2003 (proefschrift, univ. van Nijmegen).
- H.J.M. Bos, Johan Frederik Hennert, wiskundige en filosoof te Utrecht aan het
eind van de achttiende eeuw, Tijdschrift voor de geschiedenis van de geneeskunde,
natuurwetenschappen,m wiskunde en techniek 7 (1984), pp. 19-31.
- O. Bottema, Verscheidenheden XCV. Brieven van Euler,
Euclides 51 (1975-6), pp. 190-194.
- O. Bottema, Verscheidenheden LXXVIII. Euler geometer,
Euclides 47 (1971-2)), pp. 97-101.
- O. Bottema, Verscheidenheden LXXVI. Een probleem van Pieter Nieuwland.
Euclides 46 (1970-1), pp. 105-109.
- O. Bottema, Verscheidenheden XXVIII. Een probleem van Euler. Euclides
25 (1949-50), pp. 200-202. (meetkunde)
- A.P. Buijs, Wilhelm Otto Reitz, liefhebber der Meet- en Wiskunde in:
Zeeland : tijdschrift van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen 4 (1996), pp. 135-139.
- J. van der Craats, De Fis van Euler, Nieuwe Wiskrant 15, no. 1 (1995),
pp. 44-48, herdruk in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004, pp. 4-8.
- G. ten Doesschate, Het waarnemen van evenwijdigheid,
Euclides 35 91959-60), pp. 127-134. (Varignon)
- E.J. Dijksterhuis. De grondbeginsels der Meetkunde van J.H. van Swinden,
Euclides 8 (1931-2), pp. 265-285.
- A.W. Grootendorst, Leonhard Euler, 15 april 1707 - 18 september 1783,
Wiskunde en Onderwijs 9 (1983) no. 36, pp. 467-483, herdrukt in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 123-142.
- W. Kleijne, Tweehonderd jaar geleden, Euclides 65 (1990-1),
pp. 67-70 (Franse revolutie).
- Teun Koetsier, Het verhaal van het ontstaan van de variatierekening:
De bijdragen van Jakob Bernoulli, Johann Bernoulli en Leonhard Euler, in:Vakantiecursus
1985: Variatierekening, Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica, CWI-syllabus 7,
pp. 1-25.
- J.A. van Maanen, Euler en Goldbach over de getallen van
Fermat: F_n = 2^2^n + 1, Euclides 57 (1981-2), pp. 347-363.
- J.A. van Maanen, Leonhard Euler (1707-1783): mens, werker, trekker, genie,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 71 (1983-4), 1-11.
- J.A. van Maanen, Een complexe grootheid: Leven en werk van Johann
Bernoulli, 1667-1748, Utrecht: Epsilon Uitgaven 34, 1995, 192 pp.
- G. Moll, Bijdragen tot de Geschiedenis der wiskundige
wetenschappen in de Nederlanden in
de achttiende eeuw,
in: N.G.van Kampen, Beknopte Geschiedenis der Letteren en
Wetenschappen in de Nederlanden, deel 3, Bijvoegsels en
Algemeen Register, Delft 1826, p. 283 ff.
- G. Sierksma, Johann Bernoulli (1667-1748). Een Zwitsers
wiskundige bekneld tussen Stad en Ommelanden, in: G. A. van Gemert e.a.
(red.), Om niet aan onwetendheid en barbarij te bezwijken, Groningse geleerden
1614-1989, Hilversum 1989, pp. 65-82.
- Ida H. Stamhuis, De ontwikkeling van de actuariële theorie tot de zeventiende en achttiende eeuw, in: Jacques van
Gerwen en Marco van Leeuwen (samenstellers), Studies over zekerheidsarrangementen. Risico's, risicobestrijding en
verzekeringen in Nederland vanaf de Middeleeuwen, Amsterdam / Den Haag (1998), pp. 157-174.
- G.A. Vorsterman van Oijen, Honderd vier en veertig vraagstukken van
Nederlandsche wiskundigen der XVIIIde eeuw, Schoonhoven 1868.
- Hk. de Vries, Gaspard Monge en de ontwikkeling der beschrijvende meetkunde,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 3 (1915-6), pp. 255-269.
- Hk. de Vries, Historische Studiën IV, Mascheroni, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 12 (1924-5), pp.
379-394, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 120-135.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XIII, Euler, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 21 (1933-4), pp. 188-226, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 220-258.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XIV, Lagrange, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 22 (1934-5), pp. 72-94, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 259-281.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XIX, Overpeinzingen, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 26 (1938-9), pp. 193-230, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 127-164.
(tweede helft 18e eeuw)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XX, Gaspard Monge, opvoeder van geheel een volk, Euclides 14 (1938-9), pp. 137-179, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 84-126.
- Hk. de Vries, Iets over Monge, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 34 (1946-7), pp. 173-174.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXII, Gaspard Monge en de theorie der partiële differentiaalvergelijkingen, Christiaan Huijgens 17 (1938-9), pp. 182-237, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 165-220.
- U.H. van Wijk, De Ecole Polytechnique te Parijs en haar invloed op
de ontwikkeling der exacte wetenschappen, Euclides 12 (1935-6),
pp. 94-107.
- Danny J. Beckers, Jacob de Gelder en de wiskundige ideologie
in Nederland (1800-1840), Tijdschrift voor de Geschiedenis der
Geneeskunde, Wiskunde, Natuurwetenschappen en Techniek 19 (1996),
pp. 18-28.
- D.J. Beckers, Recreatieve wiskunde in Nederland in de 19e eeuw:
het googchelaarshandboek, Euclides 75 nr. 8 (juni 2000),
pp. 277-281.
- D.J. Beckers, Wisconstighe Vermaeckelijkheden V.
Recreatieve wiskunde in Nederland in de 19e eeuw:
Kindertijdschriften. Euclides 76 (2001) nr. 4, 146-150.
- D.J. Beckers, Harm Jan Smid, ed., Grondbeginselen der Rekenkunde:
Een rekenboek uit 1828 uitgegeven voor het wiskundig genootschap
":Mathesis Scientiarum Genitrix" te Leiden.
Hilversum: Verloren, 2003, ISBN 90-6550-744-2, Rekenmeesters deel 1
(bevat facsimile van het gedeelte over breuken, ca. 112 blz., van de Grondbeginselen der
Rekenkunde uit 1828.)
- H.J.E. Beth, Eenvoudige beschouwingen uit de meetkunde van Gauss,
Euclides 4 (1927-1928), pp. 1-24, 58-81.
- H.J.E. Beth, Inleiding in de niet-Euclidische meetkunde op
historischen grondslag, Groningen: Noordhoff, 1929. Historische bibliotheek
van de exacte wetenschappen no. 2, 214 pp.
- F. van der Blij, Gauss en de analytische getaltheorie,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 64 (1977), pp. 184-187.
- F. van der Blij, Sommen van Gauss, Euclides 30 (1954-5), pp. 293-298.
- H.J.M. Bos, Algebraïsche vergelijkingen en Galois-theorie, een
historisch overzicht. Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 69 (1982), 143-165.
- H.J.M. Bos, David Bierens de Haan, 1822-1895. Nieuw Archief voor Wiskunde (3),
26 (1978), pp. 65-73.
- O. Bottema, Wiskundigen in 1848. Euclides 23 (1947-8), pp. 121-127.
- O. Bottema, Verscheidenheden XXXIX. De straal van de omgeschreven sfeer aan een
simplex, Euclides 34 91958-9), pp. 211-214. (von Staudt)
- O. Bottema, Het eeuwfeest van een ongelezen boek, De Gids no. 109 (1946), pp. 160-173,
herdrukt in O. Bottema, Steen en Schelp, Delft 1971, pp. 29-42. (over Grassmann's
Ausdehnungslehre).
- O. Bottema, Goethe en de wiskunde, Euclides 58 (1982-3), pp. 41-42.
- O. Bottema, Verscheidenheden LXXXVII. Michel Chasles of de tragedie
der goedgelovigheid. Euclides 48 (1972-3), pp. 349-354.
- O. Bottema, Verscheidenheden LII. Een meetkundig vraagstuk van Multatuli.
Euclides 38 (1962-3), pp. 79-82.
- O. Bottema, Verscheidenheden XXVI. Het vraagstuk van Malfatti.
Euclides 25 (1949-50), pp. 144-149 (ook over J. Steiner).
- P. Bronkhorst, Spitsvondigheden in de klassieke getaltheorie,
Euclides 42 (1966-7), pp. 12-22 (E. Landau)
- P.G. Cath, Jules Henri Poincaré, Euclides
30 91954-55), pp. 265-275.
- H. Freudenthal, Gauss als meetkundige, Euclides 30 (1954-5), pp. 276-281.
- H. Freudenthal, Telkens vijftig jaar (1778-1828-1878-1928-1978), Nieuw Archief voor Wiskunde
(4) 3 (1979), 30-49.
- H. Freudenthal, De ruimteopvatting in de exacte wetenschappen van Kant tot heden,
Euclides 31 (1955-6), pp. 165-182.
- J.C.H. Gerretsen, Eenvoudige begrippen en resultaten uit de topologie,
Euclides 18 (1941-2), pp. 15-38 (met historische gegevens)
- A.W. Grootendorst, Een bekend probleem opgelost door een onbekend wiskundige,
Euclides 58 (1982-3) no. 1, pp. 17-28, herdrukt in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 143-154.
(trisectie van de hoek, Wantzel)
- H.D. Kloosterman, Geschiedenis der ideaaltheorie, Euclides 10 (1933-4), pp. 110-124.
- N.H. Kuiper, De Barycentrische Calcül en het ontstaan van de vectoren,
Euclides 35 (1959-60), pp. 113-126 (Möbius)
- Frank Laforce, Hessel Pot, De stelling van Van Aubel,
Wiskunde en Onderwijs 20 (1994), 295-312.
- J.A.M. Maenen,
De invoering van het metrieke stelsel in Nederland tussen 1793 en 1880 : aspecten van een beschavingsproces.
Enschede : PrintPartners Ipskamp, 2002. - VIII, 309 p. : ill. ; 24 cm
Proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen.
ISBN 90-9016218-6
- A.F. Monna, Calculo geometrico, een belangwekkend boek van G. Peano,
Euclides 47 (1971-2), pp. 211-214.
- K. van Ommen, H.J.M. Bos, De Bibliotheca Mathematica van Bierens de
Haan, Nieuw Archief voor Wiskunde, vijfde serie, 4 (2003), 242-251.
Download hier in pdf
- J. Popken, Enkele facetten van Gauss' oeuvre,
Euclides 30 (1954-5), pp. 282-2 (priemgetalstelling,
arithmetisch-geometrisch gemiddelde)
- Hessel Pot, Over de voorgeschiedenis van de stelling van Van Aubel,
Wiskunde en Onderwijs 21 (1995), 186-201.
- W.J. Reuvecamp, Het werksguk van Malfatti, Euclides 16 (1940-1), pp. 257-259.
- B. van Rootselaar, Het getalbegrip bij Bernard Bolzano,
Euclides 41 (1965-6), pp. 53-59.
- A.J.E.M. Smeur, Georg Cantor en de leer der verzamelingen,
Scientiarum Historia I
(1973), pp. 23-26.
- R. Rubens, Florence Nightingale, grondlegster van de verpleegkunde.
Haar verbondenheid met Quetelet en het wetenschappelijk denken,
Geschiedenis van de Geneeskunde 1 (1993), pp. 56-64.
- Ida H. Stamhuis, "Cijfers en aequaties" en "kennis
der staatskrachten". Statistiek in Nederland in de negentiende
eeuw. Amsterdam: Rodopi, 1989, 295 pp.
- Ida H. Stamhuis and Annemarie de Knecht-van Eekelen (red.), De met cijfers bedekte negentiende eeuw. Toepassing
van statistiek en waarschijnlijkheidsrekening in Nederland en Vlaanderen tussen 1840 en 1920, Tijdschrift voor de
Geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek
15 (1992),
pp. 137-207, Introduction: pp. 137-139.
- Ida H. Stamhuis, Florence Nightingale, een hartstochtelijk statisticus, NVOX. Tijdschrift voor Natuurwetenschap op
School 20 (1995), pp. 146-149.
- Ida H. Stamhuis, "De met cijfers bedekte negentiende eeuw",
deel 1: Adriaan Kluit, de eerste Nederlandse hoogleraar statistiek; deel 2
Adolphe Quetelet, bepleiter van de statistische middelmaat; deel 3: Florence Nightingale:
statistiek de belangrijkste wetenschap; deel 4: Francis Galton: geen statistische middelmaat
maar superioriteit,
in: Euclides 71 (1995-6), pp. 80-84, 110-115, 182-187, 218-222.
- Ida H. Stamhuis, De actuariële theorie en de ontwikkeling van het beroep van actuaris in de negentiende eeuw, in:
Jacques van Gerwen en Marco van Leeuwen (samenstellers), Studies over
zekerheidsarrangementen. Risico's, risicobestrijding en verzekeringen in Nederland vanaf de Middeleeuwen,
Amsterdam / Den Haag (1998), pp. 403-432
- H.J. de Vleeschauwer, Uit de eerste dagen van de Niet-Euclidische meetkunde,
Euclides 10 (1933-4), pp. 82-95.
- P.G.J. Vredenduin, Vectoren, een historische beschouwing,
Euclides 61 (1985-6), pp. 253-257.
- Hk. de Vries, Gaspard Monge en de ontwikkeling der beschrijvende meetkunde,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 3 (1915-6), pp. 255-269.
- Hk. de Vries, Over enkele beginselen die aan wiskundig onderzoek
ten grondslag liggen, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 9 (1921-2), pp. 1-32.
(voorbeelden uit 19e eeuwse meetkunde)
- Hk. de Vries, Historische Studiën I, Geschiedenis van de Stellingen van Pascal en Briançon,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 11 (1923-4), pp. 1-24, 188-210, 295-330, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 1-83.
- Hk. de Vries, Historische Studiën II, Over Jacob Steiner: Die geometrischen Constructionen
ausgeführt mittelst der geraden Linie und Eines festen Kreises ... ",
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 12 (1924-25), pp. 260-288, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 1, pp. 84-112.
- Hk. de Vries, Historische Studiën X, De oudste homogene coördinaten,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 15 (1927-8), pp. 224-259, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 51-86.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XI, Over Möbius' mechanisch-geometrische studiën,
Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 16 (1928-9), pp. 201-227, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 87-113.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XII, Julius Plücker, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 18 (1930-31), pp. 56-84, 217-241, 19 (1931-2), pp. 61-92, 283-302, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 2, pp. 114-219.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XV, Het onderling verband en verschillende uitbreidingen
van enkele planimetrische stellingen, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 24 (1936-7), pp. 1-21, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 1-21.
(Möbius, Carnot, Plücker)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XVI, Over enkele meetkundige stellingen, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 24 (1936-7), pp. 307-341, 25 (1937-8), pp. 226-231, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 22-62.
(Möbius)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XVII, Over krachten en rotaties, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 25 (1937-8), pp. 232-252, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 63-83.
(Möbius)
- Hk. de Vries, Beknopt leerboek der projectieve meetkunde,
Groningen: Noordhoff, 1923. (veel historische gegevens)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XVIII, Möbius, meetkunde en mechanica, Euclides 12 (1935-36), pp. 216-234.
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXI, Over kettingbreuken, projectieve puntenreeksen en
verrekijkers, Euclides 16 (1938-40), pp. 44-84, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 221-261.
(Euler, Möbius)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXIII, Over kromme lijnen, in het bijzonder van de 3e graad, in het platte
vlak en op de bol, Christiaan Huijgens 18 (1939-40), pp. 73-109. (Möbius)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXIV, Over raken en snijden van cirkels en kegelsneden, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 33 (1945-6), pp. 100-164.
(Steiner, Plücker)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXV, Over het oneindige en het imaginaire of het
"surrealisme" in de wiskunde, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 36 (1948-9), pp. 82-96, 115-121, herdrukt in
Hk. de Vries, Historische Studiën deel 3, pp. 127-164.
(voorn. 19e eeuw)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXVI, Over verwantschappen en transformaties, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 37 (1949-50), pp. 21-28, 99-109 (Möbius, Steiner Plücker)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXVII, Het beginsel van behoud van het aantal, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 37 (1949-50), pp. 226-240 (Chasles, Zeuthen, Schubert)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXVIII-XXIX, Over hogere krommen en oppervlakken, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 38 (1950-51), pp. 309-312, 39 (1951-2), pp. 1-16, 343-346, 41 (1953-54),
pp. 237-244, 302-323.
(Plücker, Cramer)
- Hk. de Vries, Historische Studiën XXX, Over ruimtekrommen en
regeloppervlakken, Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 42 (1954-5),
pp. 153-164, 209-217.
- J. Wansink, Eén jaar uit honderd, terugblik op het jaar 1872,
Euclides 48 (1972-3), pp. 135-138.
Bi(bli)ografieën van Nederlandse auteurs op het gebied
van de geschiedenis van de wiskunde, interviews, e.d.
Ook opgenomen: bibliografieën van Nederlandse wiskundigen van voor 1900.
- H.J.E. Beth (1880-1952): zie Euclides 25 (1949-50), pp. 237-252.
- David Bierens de Haan (1822-1895), bibliografie in
Nieuw Archief voor Wiskunde, 2e serie, 2 (1896), p. xiii-xxviii
- O. Bottema (1901-1992): Bibliografie in Nieuw Archief voor
Wiskunde 4e serie, 5 (1987), pp. 254-276. Zie ook: Teun Koetsier, In memoriam Oene Bottema,
Euclides 68 (1993-4), pp. 202-204.
- E.M. Bruins (1909-1990): Bibliografie in Historia Mathematica
18 (1991), pp. 383-389.
- H.L.L. Busard: Bibliografie (tot 1993) in: M. Folkerts, J.P. Hogendijk (ed.)
Vestigia Mathematica: Studies in Medieval and Early Modern Mathematics
in Honour of H.L.L. Busard, Amsterdam: Rodopi, 1993, pp. 11-14.
- (Dijksterhuis) Klaas van Berkel, Dijksterhuis, een biografie, Amsterdam:
Bert Bakker, 1996, 639 pp. (met bibliografie)
- E.J. Dijksterhuis: Beknopte bibliografie in: E.J. Dijksterhuis, Clio's Stiefkind, Amsterdam: Bert Bakker, 1990, pp. 309-315.
- Bruno Ernst (pseudoniem van Hans de Rijk): interview met
Zsofia Ruttkay in Euclides 76 (2000) nr. 0, 12-17.
(heeft ook bijgedragen aan geschiedenis van zonnewijzers)
- J. de Gelder (1765-1848): Bibliografie aan het eind van het artikel
D.J. Beckers, Mathematics as a way of life -a biography of the
mathematician J. de Gelder (1765-1848), Nieuw archief voor wiskunde 4e serie,
14
(1996), pp. 275-298.
- N. Gravelaar: Euclides 6 (1929-30), p. 205.
- (Struik) Beknopte bibliografie in
Historia Mathematica 21 (1994), pp. 268-272.
Zie ook: Eisso Atzema, Struik 100 jaar oud, Nieuwe Wiskrant
14 no. 2 (1995), pp. 27-31.
- Hk. de Vries (1867-1954): Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde 41 (1953-4), pp. 297-301.
- Diverse auteurs: Frank Huisman, Rienk Vermij: Signalementen: Recente
bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandse wetenschap: 1996,
Tijdschrift voor de
Geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 21 (1998), pp. 40-47.
zie ook de andere rubrieken
- Klaas van Berkel, De geboorte van een tijdschrift, Euclides 75 (2000), pp. 111-113.
- D.J.Beckers, Jacob de Gelder (1765-1848) en de didactiek van de wiskunde,
Euclides
71 nr. 8 (juni 1996), pp. 254-262.
- D.J.Beckers,
Meetkunde-onderwijs in achttiende-eeuws Nederland, Nieuwe Wiskrant 15 nr.3
(januari 1996), pp. 18-21.
- D.J.Beckers, Historia Magistra Vitae, Euclides 72 nr. 7 (april 1997), pp. 259-261
[over het gebruik van geschiedenis in de wiskundeles]
- D.J. Beckers, P.J. Baudet (1777-1858) en de didactiek van de wiskunde,
Euclides 75 (1999) no. 2, pp. 39-45.
- Danny Beckers, Harm Jan Smid, Praktische Opdrachten en de geschiedenis van de wiskunde, Euclides 75 nr. 2
(oktober 1999), pp. 63-67.
- D.J. Beckers, " Een braaf en leerzaam meisje" . Rekenonderwijs voor Biedermeijer meisjes in Nederland, 1790-1850,
in: Tijdschrift voor de
Geschiedenis der geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 23 (2000), 107-122.
- D.J. Beckers, "In veel wijsheid is veel verdriet",
J.W. Karsten (1775-1825) en zijn Volks-Meetkunde,
Euclides 76 (2001) nr. 7, pp. 255-259.
- D.J. Beckers, "Het is al mathesis wat de klok slaat".
Genootschappen en wiskundeonderwijs in Nederland buiten het reguliere
onderwijs om (1780-1830). De Negentiende Eeuw 22 (1998), 220-234.
- O. Bottema, De dienst der wiskunde, Euclides 18 (1941-2), pp. 129-146.
(doelen van wiskundeonderwijs; veel historische verwijzingen)
- D.J. Beckers, "Uit zucht om in de wiskunst bedreven te worden":
veranderingen in het onderwijs van de rekenschool van het genootschap
Mathesis Scientiarum Genetrix, 1785-1850. Euclides jaargang 80
no. 4 (Januari 2005), pp. 146-151.
- W.P. van den Brink, De gebeurtenissen zijn immers onafhankelijk.
Pas op met de redactie der vraagstukken IOWO. Een onjuist advies van
Pascal aan Chevalier de Méré. Euclides 53 (1977-8),
pp. 1-7.
- Jan van der Craats, Een standbeeld voor Leibniz,
Euclides 64 (1988), pp. 100-108 (differentialen)
- E.J. Dijksterhuis, De plaats van de geschiedenis in de studie der
wiskunde, Euclides 42 (1966-7), pp. 1--11.
- H.L.V. de Groote, Zestiende-eeuwse Antwerpse
boekhoudkundigen en cijfermeesters.
Scientiarum Historia 2 (1960), pp. 161-172.
- H.L.V. de Groote, De 16-e eeuwse Antwerpse schoolmeesters,
in Bijdragen tot de Geschiedenis, derde reeks,
19 (1967), pp. 179-318 en 20 (1968), pp. 5-52.
- A.W. Grootendorst, De Geschiedenis van de Wiskunde en het Onderwijs in
de Wiskunde, Wiskunde en Onderwijs 8 (1982), no. 30, pp. 287-306,
herdrukt in: A. Grootendorst,
Grepen uit de Geschiedenis van de Wiskunde pp. 9-28.
- J. Huisjes, J. Langeland, Wat deed een Egyptenaar 4000 jaar geleden met
een differentiaalvergelijking? Nieuwe Wiskrant 11 (1992) no. 4, pp. 32-35.
- Dick Klingens, N.L.W.A. Gravelaar (1851-1913), Euclides
80 (januaei 2005), 210-215.
- Marjolein Kool, Een zak met goud of een kat in de zak?
Leren rekenen in de zestiende eeuw, Willem Bartjens
14 (1994), no. 2, pp. 34-36.
- J.A. van Maanen, Over het verdelen van aangeslibd land, een brugklasproject.
Euclides 60 (1984-5), pp. 161-168.
- J.A. van Maanen, Aangeslibd land, kegelsnedentrekkers en oneindige
bierglazen, ofwel: Geschiedenis van de wiskunde toegepast in de klas.
Monografieën van de Vlaamse Vereniging van Wiskundeleraars, 1987.
- J.A. van Maanen, Werkdadige Meetkonst met Neêrlands Werkdadige Doos,
in
Michiel Doorman e.a., ed., Tien jaar NWD: een lichtbundel, Utrecht: Freudenthal Instituut, 2004. pp. 101-107
(gebaseerd op Johannes Morgenster, Werkdadige Meetkonst, tweede druk ed.
Johann Hermann Knoop, Leeuwarden: Abraham Ferwerda, 1744.)
- Ed de Moor, Jan Versluys en het ontstaan van de vakdidaktiek,
Nieuwe Wiskrant 14 no. 1 (1994), pp. 8-13.
- Ed de Moor, 100 jaar vormleer - een mislukking, De negentiende eeuw 20 (1996), pp.
113-128 [onderwijsgeschiedenis van het vak vormleer (lagere school meetkunde)
in de negentiende eeuw]
- Ed de Moor, Van Vormleer naar realistische meetkunde.
Een historisch-didactisch onderzoek van het
meetkundeonderwijs aan kinderen van vier tot veertien jaar in Nederland gedurende de negentiende en twintigste
eeuw .
Utrecht, CD-beta Wetenschappelijke bibliotheek, nr. 33, 1999, ISBN 90-73346-40-1 [o.a. meetkundeonderwijs in
19e eeuw in Nederland]. Recensies: Jan van Maanen
in de Nieuwe Wiskrant 19, sept. 1999, pp. 11-14,
Eisso Atzema in GEWINA 23 (2000), 298-299.
- Ed de Moor, Euclides' moeilijkste eeuw,
Euclides 76 (2001) nr. 8, 291-303 (vooral 20e eeuws).
- Jo Nelissen, Eeuwenlang rekenen: Historische Ontwikkelingen in
het rekenonderwijs, Willem Bartjens 18 no. 5 (1998/9), pp. 36-39.
- H.J. Smid, Een onbekookte nieuwigheid? Invoering, omvang, inhoud
en betekenis van het wiskunde-onderwijs op de Franse en Latijnse
scholen 1815-1863.
Delft: Delft University Press, 1997, 295 pp., ISBN 90-407-1442-8. (diss.)
- H.J. Smid. "Wiskundeonderwijs in de negentiende eeuw. Een
omstreden succes-verhaal". De Negentiende Eeuw 22 (1998), 209-219.
- L. Streefland, Elementen en principia van verhoudingen,
Nieuwe Wiskrant 1, no. 4 (1982), pp. 32-38.
- Joh. H. Wansink, 1874-1974. Een herinnering aan het werk van Jan
Versluys, Euclides 51 (1976), pp. 230-236.
- Joh. H. Wansink, Franse invloed op de schoolmeetkunde in Nederland,
Euclides 48 (197203), pp. 107-110. (negentiende eeuw)
- D. Bergamini en de redactie van Life, Wiskunde,
Amsterdam 1969 (ovezichtje van geschiedenis van de wiskunde,
vertaald uit het Engels)
- E.M. Bruins, Niet-Euclidische Euclidische meetkunde, Euclides 39
(1963-4), pp. 1-15.
- E.M. Bruins, Mathematici en physici, Euclides 20 (1943-44), pp. 3-22.
- E.M. Bruins, De beoefening van de geschiedenis van de wiskunde, in: B.P.M. Schulte
(ed.), Vijftig jaar beoefening van de geschiedenis der geneeskunde,
wiskunde en natuurwetenschappen in Nederland, 1913-1963, 1963, pp. 36-41.
- E.M. Bruins. De wetenschap gedijt verder buiten de universiteit,
tenzij ....... Leiden: Brill, 1969. (Inaugurele rede Amsterdam UvA, 3 nov. 1969).
- E.M. Bruins. ANAGKE. Tekst van het college van den 15-den October 1982,
ter afsluiting van regulier onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Academische Pers, 1982, 28 pp.
- M.E. Fresco, Nogmaals Adwaita's wiskundig sonnet,
Juffrouw Idastraat 11, Jaargang 6 (oktober 1980), pp. 4-7,
herdrukt (maar zonder de foto van het manuscript van J. A. dèr Mouw)
in M.E. Fresco red., Over J. A. dèr Mouw: beschouwingen,
's-Gravenhage: BZZTôH, 1984, pp. 272-275.
- H. Freudenthal, Van sterren tot inlegzolen,
Arnhem: Van Loghum Slaterus, 1954. (columns)
- J.A. van Maanen, In Memoriam prof. dr. E.M. Bruins (1909-1990), Tijdschrift voor de geschiedenis der
geneeskunde, natuurwetenschappen, wiskunde en techniek 14 (1991), pp. 116-118.
- H.A. Naber, Meetkunde en mystiek, Amsterdam: Theosophische uitgeversmaatschappij, 1915, 99 p. (recensie in
Nieuw Archief voor Wiskunde, 2e serie, 12 (1918), pp. 95-97)
- H.A. Naber, Van theorema naar sectio divina,
's-Gravenhage: W.P. van Stockum & Zoon N.V., 1939. (Tweede druk van
Meetkunde en Mystiek). (hypotheses over de stelling van
Pythagoras, Egyptische pyramiden, gulden snede, gotiek e.d.).
- D.J.E. Schrek, Portretten van wiskundigen, Euclides 31 (1955-6), pp. 103-105.
- A.J.E.M. Smeur, As I was going to St Ives, I met a man with seven wives,
Euclides 40
(1964/65), pp. 129-136 (recreatieve wiskunde)
- Tj. S. Visser, Adwaita's wiskundig sonnet, Euclides 39 (1963-4),
pp. 16-23. (Adwaita = J. A. dèr Mouw (1863-1919)). Zie hiervoor ook
Mystieke schoonheid in de infinitesimaalrekening.
Visser's artikel is herdrukt in: M.E. Fresco red., Over J. A. dèr Mouw: beschouwingen,
's-Gravenhage: BZZTôH, 1984, pp. 264-271.
- C.D. Andriesse, Titan kan niet slapen: een biografie van
Christiaan Huijgens. Amsterdam: Contact, 1993, 413 pp.
- Apostolos Doxiadis, Oom Petros en het vermoeden van Goldbach.
Amsterdam: Uitgeverij de Bezige Bij, 2000, ISBN 90-234-3953-8.
(oorspronkelijk verschenen in het Grieks, O Theios Petros kai
i Eikasia tou Goldbach, Athene 1992), recensie door J.P. Hogendijk in
Nieuwe Wiskrant 20 no. 2 (dec 2000), 43.
- Denis Guedj, De stelling van de papegaai, vertaald door Joris
Vermeulen, Amsterdam: AMBO,
2000, (oorspronkelijk verschenen in het Frans, Le thérème
du perroquet, 1998), recensie door J.P. Hogendijk in
Nieuwe Wiskrant 19 no. 4 (juni 2000), 27-28.
- Dieter Jörgensen, De Rekenmeester,
vertaald door Marjo Frings-Latour,
s'Gravenhage: BZZTôh, 2000, ISBN 90-5501-722-1
(over de derdegraads vergelijking in de 16e eeuw), recensie door
N.S. Hekster in
Nieuw Archief voor Wiskunde, 5e serie, 1 (2000) nr. 3, 310-314.
Terug naar het begin van de bibliografie.
Back to title page
Jan Hogendijk
<J.P.Hogendijk_at_uu.nl>
2010